Dan opeens
zijn we een ASS bolwerk. Nee, jullie hoeven geen binnenlandse strijdkrachten op
ons af te sturen, geen buitenlandse ook. We doen geen vlieg kwaad. Na jaren van
onderzoeken en onzekerheid, kwam gister het bevrijdende woord. Ook onze jongste
heeft een Storing binnen het autisme Spectrum. Een heftige. Anders dan die van
zijn broer, anders dan die van zijn vader. Jongste heeft nog een aantal
storingen die na maanden van onderzoeken nu aan het licht zijn gekomen. Geeft niets, vinden we wel iets op. Autisme
hulphond kwam al op mijn pad, maar ja, dan moet deze mamma eerst haar eigen
angst voor honden overwinnen. Hond in huis. Het is niet nogal wat.
Onze jongste
heeft geen filter om prikkels weg te houden uit zijn hoofd. Hij hoort alles,
ziet alles en ruikt alles. Erger en heftiger als u en ik samen. Hij hoort 24
klasgenoten ademen, hoort 24 klasgenoten met hun schoenen schuiven, hoort het
tikken van de klok en het dichtslaan van de buitendeur. De hele dag. Hoort auto’s
rijden, hoort brommers brommen, ruikt de shampoo van de juf en het geurtje van
de meester. Voelt de randjes van zijn sokken, het label van zijn broek en de
ritsen van zijn jas. Tien keer erger als u en ik samen.
Onze zoon is
op donderdag oververmoeid van alle indrukken, van alle geuren, van alle geluiden,
van alle gesprekken. Drinkt water, want limonade is of te zoet, of juist niet.
Wil graag cola, vanwege de grappige belletjes op zijn tong, maar mag dat niet
van mamma.
Krijgt van pure oververmoeidheid kringen onder zijn ogen, buikpijn
en hoofdpijn. Kan ’s avonds niet slapen, want dan draait de film
van overdag nog een keer af. Het tikken van de klok, het schuiven van de
stoelen, de toeterende auto’s, de wind door de bomen. U en ik klappen ergens
een paraplu uit en kunnen ons even afzonderen van de buitenwereld. Niet zo
extreem als zijn vader en niet zo extreem als zijn broer, maar u en ik kunnen filteren. Jongste
zoon niet en dus red hij eigenlijk de vrijdag niet. Kan hij het niet meer
opbrengen om op zaterdag en zondag nog ergens naartoe te gaan, red hij het niet
als er vriendjes aan de deur komen.
Jongste zoon is
anders. Dat heb ik altijd gezegd. Als baby lachte hij je toe, sloeg zijn
armpjes om je heen en wilde altijd, echt altijd daar zijn waar jij was. Separatiestoornis
heet het met een mooi woord. Vond ik het heerlijk dat ik ook een echte baby
had, blijkt het toch net iets anders te liggen. Onze zoon is anders, maar zo
anders, dat had ik in mijn wildste dromen niet verwacht. Of nachtmerries. Vannacht
schrok ik een aantal keren wakker. Het is allemaal een boze droom, maar dan lag
daar op mijn nachtkastje toch echt dat rapport. Dat rapport waarin alles staat,
in woorden die me niets zeggen, maar tegelijkertijd vertellen ze alles.
Verandert er
nu iets? Jullie zoon is vanavond nog steeds dezelfde zoon. Uiteraard is hij
dat, maar eigenlijk ook niet. Want hij is wel degelijk anders als vanmorgen,
anders als eergisteren en anders als alle dagen die nog komen gaan. Onze zoon
is in ontwikkeling. Net als wij. Net als zijn broer en net als zijn zus. Wat de
toekomst hem en ons gaat brengen weten we nog niet, we zien het wel. Het
ziekenhuis gaf de tip om hem naar een andere school te brengen, naar een
gespecialiseerde basisschool. Dat is voor nu nog een stap te ver, we kunnen de
Familieschool helemaal niet missen. Nu niet, volgend jaar niet en ook over 5
jaar geloof ik niet. Daar zijn de mensen ons veel te dierbaar voor. Maar als
deze stap uiteindelijk onvermijdelijk blijkt te zijn, dan is het zo. Alles
zullen we in het werk stellen om onze jongste net als zijn broer en net als zijn zus een
mooie jeugd te geven, alles zullen we in het werk stellen om ze gelukkig te
laten zijn. Want uiteindelijk is dat wat telt. En een onzekere toekomst? Hebben
we die niet allemaal?