Heerlijk. De
kinderen zijn allemaal vanmiddag lekker thuis. Geen school meer, geen sport,
geen vriendjes mee, gewoon lekker thuis. Met een boek en een kopje thee op de
bank. Zo’n middag lag er in het verschiet toen ik vier stokbroodjes
knoflookboter in de oven schoof.
Heerlijk. De
kinderen die hun schooltassen zo snel mogelijk naar boven hadden gebracht en
samen één of andere game op de W.ii aan het spelen waren. Honderduit kletsend
over wat er allemaal op school was gebeurd.
Heerlijk. Een
hele middag lekker lui lag er voor ons toen we alle vier onze tanden in een
ovenvers broodje hapten. De knoflook droop van het brood op de borden. De
kinderen waren stil krakend aan het genieten. Ik ook. Heerlijk, zo’n middag zonder
verplichtingen dacht ik toen ik de laatste kruimels van mijn bord op mijn hand
liet vallen en ik de laatste knoflookboter over mijn kin voelde druppelen.
'Hoe laat
moest u vanmiddag naar die arts?' 'Niet, ik hoef vanmiddag lekker nergens meer
heen.' 'Ja, u moet toch naar die ene arts voor uw schouder?' Ik werd groen en ik
werd geel en vervolgens blauw omdat ik vergat te ademen. 'Arts? Verrek! Is dat
vandaag?' Ademde ik uit en ik rook de knoflook. De knoflook van dat krakend
verse brood. Arts. Verrek. Hoe in hemelsnaam krijg ik die geur weg? Die
penetrante knoflookgeur? Arts, die hele leuke sympathieke spontane knappe arts.
Als altijd wierpen
mijn F.acebook vrienden reddingsboeien mijn richting op. Peterselie kauwen!
Opperde de 1. Maar ik heb helemaal geen peterselie! Of toch, in de vriezer
staan potjes kruiden. Peterselie. Krakend op peterselie blokjes bedacht ik dat
bevroren peterselie vast niet zou helpen. Citroensap of een appel. Nu had ik na dat enorme stokbrood helemaal geen
trek meer in een appel, maar toch kloof ik hem tot het klokhuis op. Hielp
niets. Citroensap. Daadwerkelijk stond ik een citroen uit te knijpen, maar op
het laatst besloot ik toch om die citroensap aan de planten te schenken. Een
coltrui. Om aan te trekken, maar dan zou die arts vast denken dat ik onder de
pukkels zou zitten, of mijn tanden niet
had gepoetst, of dat ik een stijve nek had.
De lolbroek
onder mijn vrienden kwam met een mondkapje. Zo 1 die we al die Japanners zien
dragen op het journaal. Met filter voor de verse lucht. Hm, dat is wel iets. Is
de wacht rij in de wachtkamer ook in 1 keer opgelost als ik daar met coltrui en
mondkapje plaatsneem. 'Jongens willen jullie even een bordje knutselen met de
tekst: BESMETTELIJK!' Kinderen vonden me maar stom. 'U gaat niet in het echt met
een mondkapje naar die dokter! We schamen ons rot.' Dat zij helemaal niet mee
hoefden naar die arts was ze even ontschoten. Toen een andere F.acebook vriend
bang was dat niet alleen de wachtende weg zouden rennen, maar ook de arts,
besloot ik het mondkapje bij de schildersspullen te laten.
Wodka opperde
mannelijke vriend. Uiteraard. Geen vrouw zou met zoiets op de proppen komen.
Kiezen tussen twee kwaden. Stinkend naar de knoflook of zwalkend stinkend naar
de wodka. Toch maar liever knoflook dan.
En de laatste
tip: neem een stukje mee voor de dokter. Tsja, maar de broden waren al op en
hij ziet me toch aankomen met een stuk knoflookbrood. 'Alstublieft; voor u!' En
dan vriendelijk lachen met dichtgeknepen lippen. Ik vond het echt een
bespottelijk idee, maar toch was dit precies wat ik uiteindelijk deed. Ik
schoof alle kruimels van de borden bij elkaar, schoof ze in een plastic zakje
en zo liep ik door de gangen van het ziekenhuis.
Nee!!!
Uiteraard niet voor die arts. Wat denkt u nu helemaal? Dat ik van lotje getikt
ben? 'Voor de eendjes! Dat is wat ik zei als mensen vreemd naar me keken. Knoflookbrood,
voor de eendjes. Ruikt u het? Sorry, niet goed over nagedacht, maar ik kon het ook niet in de auto laten liggen, gaat zo stinken.'
En de
arts? Die had een noodoproep, ik kreeg een vervanger. Een norse oude man zonder
voortanden. Van schrik heb ik het zakje met knoflookkruimels op de stoel in zijn behandelkamer laten
liggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten