zondag 29 oktober 2017

Knoflookbrood.

Heerlijk. De kinderen zijn allemaal vanmiddag lekker thuis. Geen school meer, geen sport, geen vriendjes mee, gewoon lekker thuis. Met een boek en een kopje thee op de bank. Zo’n middag lag er in het verschiet toen ik vier stokbroodjes knoflookboter in de oven schoof.

Heerlijk. De kinderen die hun schooltassen zo snel mogelijk naar boven hadden gebracht en samen één of andere game op de W.ii aan het spelen waren. Honderduit kletsend over wat er allemaal op school was gebeurd.

Heerlijk. Een hele middag lekker lui lag er voor ons toen we alle vier onze tanden in een ovenvers broodje hapten. De knoflook droop van het brood op de borden. De kinderen waren stil krakend aan het genieten. Ik ook. Heerlijk, zo’n middag zonder verplichtingen dacht ik toen ik de laatste kruimels van mijn bord op mijn hand liet vallen en ik de laatste knoflookboter over mijn kin voelde druppelen.

'Hoe laat moest u vanmiddag naar die arts?' 'Niet, ik hoef vanmiddag lekker nergens meer heen.' 'Ja, u moet toch naar die ene arts voor uw schouder?' Ik werd groen en ik werd geel en vervolgens blauw omdat ik vergat te ademen. 'Arts? Verrek! Is dat vandaag?' Ademde ik uit en ik rook de knoflook. De knoflook van dat krakend verse brood. Arts. Verrek. Hoe in hemelsnaam krijg ik die geur weg? Die penetrante knoflookgeur? Arts, die hele leuke sympathieke spontane knappe arts.

Als altijd wierpen mijn F.acebook vrienden reddingsboeien mijn richting op. Peterselie kauwen! Opperde de 1. Maar ik heb helemaal geen peterselie! Of toch, in de vriezer staan potjes kruiden. Peterselie. Krakend op peterselie blokjes bedacht ik dat bevroren peterselie vast niet zou helpen. Citroensap of een appel. Nu had ik na dat enorme stokbrood helemaal geen trek meer in een appel, maar toch kloof ik hem tot het klokhuis op. Hielp niets. Citroensap. Daadwerkelijk stond ik een citroen uit te knijpen, maar op het laatst besloot ik toch om die citroensap aan de planten te schenken. Een coltrui. Om aan te trekken, maar dan zou die arts vast denken dat ik onder de pukkels zou zitten, of mijn tanden  niet had gepoetst, of dat ik een stijve nek had.

De lolbroek onder mijn vrienden kwam met een mondkapje. Zo 1 die we al die Japanners zien dragen op het journaal. Met filter voor de verse lucht. Hm, dat is wel iets. Is de wacht rij in de wachtkamer ook in 1 keer opgelost als ik daar met coltrui en mondkapje plaatsneem. 'Jongens willen jullie even een bordje knutselen met de tekst: BESMETTELIJK!' Kinderen vonden me maar stom. 'U gaat niet in het echt met een mondkapje naar die dokter! We schamen ons rot.' Dat zij helemaal niet mee hoefden naar die arts was ze even ontschoten. Toen een andere F.acebook vriend bang was dat niet alleen de wachtende weg zouden rennen, maar ook de arts, besloot ik het mondkapje bij de schildersspullen te laten.

Wodka opperde mannelijke vriend. Uiteraard. Geen vrouw zou met zoiets op de proppen komen. Kiezen tussen twee kwaden. Stinkend naar de knoflook of zwalkend stinkend naar de wodka. Toch maar liever knoflook dan.

En de laatste tip: neem een stukje mee voor de dokter. Tsja, maar de broden waren al op en hij ziet me toch aankomen met een stuk knoflookbrood. 'Alstublieft; voor u!' En dan vriendelijk lachen met dichtgeknepen lippen. Ik vond het echt een bespottelijk idee, maar toch was dit precies wat ik uiteindelijk deed. Ik schoof alle kruimels van de borden bij elkaar, schoof ze in een plastic zakje en zo liep ik door de gangen van het ziekenhuis.


Nee!!! Uiteraard niet voor die arts. Wat denkt u nu helemaal? Dat ik van lotje getikt ben? 'Voor de eendjes! Dat is wat ik zei als mensen vreemd naar me keken. Knoflookbrood, voor de eendjes. Ruikt u het? Sorry, niet goed over nagedacht, maar ik kon het ook niet in de auto laten liggen, gaat zo stinken.'  

En de arts? Die had een noodoproep, ik kreeg een vervanger. Een norse oude man zonder voortanden. Van schrik heb ik het zakje met knoflookkruimels op de stoel in zijn behandelkamer laten liggen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten